De Check- en Ontwerplijst Toetsen
Lees in het Handboek RTTI paragraaf 3.4.1 Check-en ontwerplijst toetsen
In het vorige onderdeel zijn mogelijke toetsvormen aan de orde geweest in het kader van de borging van de kwaliteit van toetsen en opdrachten. In dit onderdeel introduceren we de Check- en ontwerplijst.
Met de Check- en ontwerplijst borg je de transparantie, validiteit en betrouwbaarheid van je vragen. Deze checklist kun je naast je (methode)toets of opdracht leggen om mogelijke onvolkomenheden met betrekking tot validiteit, transparantie en betrouwbaarheid op te sporen. Je kunt hem ook gebruiken wanneer je zelf een toets construeert, opdracht formuleert of beoordelingsmodel maakt.
Je hoeft natuurlijk niet altijd alle (methode)toetsen en opdrachten met deze checklist ernaast te controleren. Maar door elk jaar minimaal de kwaliteit van één toets per klas op deze manier te bekijken, zorg je blik op de kwaliteit van je toetsen scherp blijft.
In de Check- en ontwerplijst komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Leerdoel
- Notatie en basisinstructie
- Vragen
- Lay-out
- Correctievoorschrift
- Meerkeuzevragen
- Determinerend vermogen
Correctievoorschrift
Het is handig om vooraf een antwoordmodel bij je toets te maken. Zo haal je vaak nog constructiefouten uit je toets.
Meerkeuzevragen
Determinerend vermogen
Hou bij de constructie van een toets rekening met de verhoudingen in cognitieve niveaus volgens het PTD.
RTTI-keurmerken
Wanneer een methodetoets het keurmerk RTTI-toetsen heeft, betekent dit dat de toets voldoet aan de eisen van de Check- en ontwerplijst met betrekking tot de basiskwaliteit van de toets. Deze toets bevat minstens één vraag van elk niveau van R tot en met I.
Bij het keurmerk RTTI-methode heeft de toets ook een optimale RTTI-verhouding en zijn alle opdrachten voor leerlingen met RTTI gecodeerd.
Afname van de toets
Lees paragraaf 3.5 van het Handboek RTTI.
De kwaliteit van je toets borgen (samenvattend)
De kwaliteit van een toets borg je vooraf door:
- de toets voorafgaand aan de lessenreeks te construeren en/of controleren. Je kunt dan de contexten die je in de lessenreeks gebruikt voor het oefenen met T2- en I-vraagstukken bewust laten afwijken van de contexten in de toets;
- de lessenreeks en de toets goed te laten aansluiten op de leerdoelen en het PTD, dus zowel qua vakinhoud als qua RTTI-niveaus;
- een passende toetsvorm te kiezen;
- de kwaliteit van de toets, bronnen en beoordelingsmodel te controleren met behulp van de Check- en ontwerplijst;
- feedback aan (vak)collega’s te vragen;
- de juiste condities te creëren waarin de toets wordt afgenomen.